‘Ik ben Douwe Borsch. Ik heb een melkveebedrijf in het dorp Hollum. Naast dat ik boer ben, ben ik ook vrijwilliger bij de Vogelwacht. Hiervan zijn er twee op Ameland: Vogelwacht Nes-Buren en Vogelwacht Hollum-Ballum. Zelf ben ik vrijwilliger bij de laatste van de twee, dit gebied betrekt in totaal ongeveer 120 hectare. Al 15 jaar lang ga ik in het voorjaar dagelijks het veld in. Mijn voornaamste werkzaamheden zijn de telling van vogels en het registreren van nesten. Hierbij hoort het plaatsen van stokjes bij de nesten, dit doen we zodat het duidelijk is dat er daar nest is en je er met landbouwvoertuigen om heen moet rijden en ten tweede geeft het aan dat dat nest al is geregistreerd.
‘Het registreren gebeurt allemaal via een app op de telefoon. Je kunt de locatie, de vogelsoort, of er een nest is en hoeveel eieren daarin liggen heel makkelijk invoeren. Aan het einde van het seizoen kun je op de kaart in de app precies zien wat voor vogels waar zaten en welke nesten gevonden zijn. Daarbij kan iedereen die lid is van de Vogelwacht op de app meteen zien wat collega’s hebben doorgegeven.
‘Toen ik begon, moest dit nog allemaal op papier. Dan had ik een kaart mee en zette ik een stip op de plek waar ik wat vond. De app is niet alleen nauwkeuriger, ook is het sneller om mee te werken. Wanneer je aangeeft van welke vogel je een nest gevonden hebt staat er meteen hoeveel eieren er in dat nest liggen, standaard is het zo dat 4 eieren zijn, als dit aantal afwijkt dan kun je dit aanpassen. Het gebeurt wel dat er 5 eieren liggen, wat best bijzonder is, of zelfs dat er eieren van twee verschillende soorten vogels in één nest zijn gelegd.
‘In vergelijking met op papier scheelt het registreren op de app ook een hoop werk voor de organisatie. Er hoeven geen papieren te worden ingeleverd en stuk voor stuk worden bekeken om alle gegevens te kunnen verwerken. Daarbij voorkomt dit systeem dat er dubbele waarnemingen plaatsvinden.
‘Na de broedperiode in juli, als de eieren zijn uitgekomen, vinden er alarmtellingen plaats. Dit doen we dan met meerdere vrijwilligers tegelijk. We lopen dan naast elkaar door het veld om te zien welke vogels alarmeren. Als er gealarmeerd wordt weet je dat de vogel jongen heeft. Dit doen we drie keer, omdat je dan kunt zien welke jongen groot worden.
‘Ook ben ik veel bezig met agrarisch natuurbeheer. In het voorjaar wanneer er eieren en jonge vogels zijn, is het belangrijk dat de vogels genoeg beschutting en voedsel kunnen vinden. Daarom is het belangrijk dat niet overal tegelijk het gras gemaaid wordt. Door op verschillende data te maaien ontstaat er een mozaïek in het landschap. Zo kunnen de vogels beschutting zoeken in het hoge gras wanneer het weiland ernaast gemaaid is. Daarbij betekent lang gras meer insecten en slakken, wat als voedsel dient voor de vogels. Omdat de kwaliteit van het gras verslechtert als je te lang wacht met maaien krijgen boeren een vergoeding voor het wachten met maaien van de agrarisch natuurvereniging. Op Ameland zijn alle boeren hierbij aangesloten.
‘Ondanks dat wij ons hiermee bezighouden is er niet altijd genoeg lang gras. Dit komt doordat er te veel ganzen zijn, deze eten het grasland kaal. Ganzen leggen soms wel twaalf eieren, dus het probleem groeit. Ze hebben geen natuurlijke vijand dus worden eieren wel eens doorgeprikt, om te voorkomen dat deze uit komen.
‘Naast ganzen zijn ook roofvogels zoals meeuwen, kraaien en buizerds een bedreiging voor de weidevogels. Ik zie een patroon wanneer kraaien zich vestigen in een boom, na een paar jaar zijn daar in de buurt nauwelijks meer weidevogels bij in de buurt te vinden omdat ze weten dat het daar niet veilig is. Een aantal jaar terug hebben ze voor de kustverdediging zand opgespoten. Omdat er veel visjes in dat zand zaten waren alle meeuwen daar te vinden en wat het een goed jaar voor de jongen van de weidevogels. De verschillende soorten weidevogels werken samen in de verdediging tegen roofvogels, maar ook onderling kunnen ze erg fel zijn. Vooral de scholeksters zijn erg territoriaal.’